En toen waren er 54
Maandag 24 januari 2022
Op 1 december 2021 werden de activiteiten van Smits Kraan- en Sleepbedrijf in Haarlem overgenomen door Bergnet. Daarmee werd Bergnet, actief vanuit zes vestigingen in en rond Amsterdam, de grootste IM-berger van het land met een marktaandeel van 15%. Tegelijkertijd liep de teller voor het totale aantal IM-bergers in het land terug naar 54, een kwart van het aantal dat actief was vóór de liberalisatie van de bergingsmarkt in 1999.
Sander en Nicole Vlaar van Bergnet (beide links) bezegelen met Ron en Sandra Otte de overname van Smits Kraan- en Sleepbedrijf
Tot 1999 had ieder bergingsbedrijf een eigen rayon waarin het voor onbepaalde duur de uitvoerder was van alle voorkomende bergingswerkzaamheden. Er werd gewerkt op basis van landelijk vastgestelde tarieven. Deze situatie zorgde voor een grote stabiliteit: elk bedrijf was verzekerd van een duurzame inkomstenstroom en mogelijkheden om te expanderen waren nagenoeg afwezig. Dit veranderde met de eerste openbare aanbesteding bergingscontracten in 1999. De zekerheid van voorheen maakte plaats voor een markt waarin ieder bedrijf zelf kon bepalen in welke bergingsrayons het actief wilde zijn.
Tot 2004 hadden de overeenkomsten van de Stichting IMN betrekking op het bergingswerk op alle wegen, vanaf dat jaar alleen op IM-wegen; in de tabel zijn tot 2004 de bedrijven vermeld in rayons waarin nu IM-wegen liggen; vanaf dat jaar alle bedrijven met een bergingsovereenkomst met de Stichting IMN
Van die mogelijkheid werd vanaf het eerste moment gebruik gemaakt. Bij de aanbesteding van 1999 waren er zeven bedrijven die niet alleen op hun "eigen" rayon inschreven, maar ook op vier of meer andere werkgebieden. In de jaren daarna namen de ambities van sommige bedrijven verder toe. De keerzijde van deze vrijheid was uiteraard het risico om werk te verliezen. In grote delen van het land ontbrandde een hevige concurrentie en die leidde tot een gestage daling van de tarieven.
Oproep tot deelname aan de eerste openbare aanbesteding van bergingswerkzaamheden in De Telegraaf in 1999. Deze aanbesteding had, net als die van 2002, betrekking op het bergingswerk op alle wegen, niet alleen IM-wegen.
De ontwikkeling van de tarieven vanaf 1998 is in beeld gebracht in onderstaande grafiek. De cijfers hebben een globaal karakter. In de eerste plaats gaat het om landelijk gewogen gemiddelden van tarieven die van rayon tot rayon verschillen. Verder zijn de inhoud en reikwijdte van de bergingsovereenkomst en ook de structuur van de bergingstarieven in de loop der jaren bij herhaling gewijzigd. Zo zijn de eisen met betrekking tot aanrijdtijden en bedrijfsuitrusting gestaag strenger geworden. Toch is er voldoende continuïteit om te kunnen stellen dat de tarieven in 2016 in reële termen meer dan 50% onder het niveau van 1998 lagen. Pas in 2019 trad prijsherstel op.
Overigens gingen de prijsdalingen hand in hand met een enorme toename van het werkvolume. Tot 2005 werd er op IM-wegen alleen geborgen bij ongevallen. Deze werden in de meeste gevallen door de politie bij de Stichting IMN gemeld, die vervolgens de IM-berger inschakelde. Het ging om ongeveer 35.000 meldingen per jaar. In 2005 maakte Rijkswaterstaat een begin met het van de snelweg verwijderen van pechvoertuigen. Het verlenen van pechhulp op de vluchtstrook werd niet langer wenselijk geacht en steeds vaker werd besloten een berger op te roepen om het voertuig naar een veilige plek te brengen. Dit type meldingen kwam niet van de politie maar van Rijkswaterstaat of van de ANWB. Het resultaat was een verviervoudiging van het volume naar 140.000 meldingen in 2019.